Woord vooraf

Een blog over de Agion Oros (Athos), de Tuin van de Moeder Gods, het spirituele centrum van het oosters-orthodoxe christendom.
En dus ook over kloosters, pelgrimeren en ikonen. (Tekst in geel bevat een link)
Wilt u op de hoogte blijven van nieuwe blogs? Abonneer u onderaan deze pagina.

zondag 22 april 2012

136 - ATHOS: BERICHT UIT HET VERLEDEN


Het Vlaamse weekblad Ons Volk Ontwaakt verscheen van september 1911 tot december 1913, de vooravond van de Grote Oorlog (WO I). Het betreft een uitgave van de Samenwerkende Maatschappij Volksontwikkeling in Antwerpen. De ideologische trend van het blad is overduidelijk christelijk en vlaamsvoelend.

In dit weekblad publiceerde Alf. Martens op 7 juni 1913 het volgende artikel (ik geef het weer in de oorspronkelijke schrijfwijze):

De Schismatieke kloosters op de berg Athos

Naar aanleiding van de grote wanorde die er in de schismatieke kloosters van den berg Athos op het oogenblik heerscht en die het zenden van een groote troepenmacht door de Russische Regeering om het klooster Panteleimon te bezetten heeft uitgelokt, zal een kort woord uitleg over dezen beroemde berg met zijn twintig kloosters, drie honderd kapellen en vijf duizend bewoners, niet van onpas komen.

De berg Athos is een bergeiland, door een smalle landtong met den vasten wal verbonden, liggende in Europeesch Turkije aan de Aegeïsche zee. Het geheel eiland vormt een complex van reusachtige bergen rijzende met klimmende hoogte en steilte uit de wateren, terwijl zich aan het uiteinde de reusachtige koepel van den Athos negen (1) en honderd (2) meters boven de oppervlakte der zee verheft. De bergen zijn begroeid met bosschen van plantaan-, beuke-, eike-, olijf- en vijgeboomen. Het geheele gebied van den Athos is sedert eeuwen het onschendbaar eigendom der twintig kloosters.

De heilige Berg met zijn maagdelijk woud is de hartader van 't Grieksche geloof, het Vatikaan van het Oosten, het toevluchtsoord van hen, die zich te Byzantium met de weelde der wereld hebben verzadigd. Deze kleine kerkelijke Staat is schatplichtig aan Turkije op denzelfden voet als te voren Servië en Moldavië. Geen Muzelman, zelfs geen wereldlijk Christen mag er zich vestigen.
Het binnenlandsch bestuur is er tweevoudig daar een gedeelte der kloosters den monarchalen en een ander gedeelte den demokratischen regeeringsvorm huldigt. De monniken van den Berg zijn afkomstig van verschillende volkeren, vooral van de Russen, en behooren tot de orde van den H. Basilius. De aanwezigheid van vrouwen, zelfs van dieren van het vrouwelijk geslacht, is er verboden.

In het onderhoud van dien Grieksch-kerkelijken Staat wordt gedeeltelijk voorzien door land-, wijn- en ooftbouw, gedeeltelijk door het uitzenden van monniken ter bedelarij, gedeeltelijk door de geschenken der bedevaartgangers. Hoewel er de monniken in den regel op een lagen trap van onwikkeling staan, wordt de Heilige Berg door de bedevaartgangers als de zetel der wijsheid beschouwd.

Wie de wereld verzaken, maar toch in de maatschappij der menschen blijven wil, zoekt eene schuilplaats in de 20 kloosters. Is hij echter ook wars van de samenleving, dan wordt hem tegen een zekere som een afgelegen verblijf aangewezen, waar hij met een paar lotgenooten zijne dagen slijten kan en hij noemt zich anachoreet. Bij zulk een woning behoort een kapel, een tuin, een wijn- en olijfgaard, enz. en het is den anachoreet geoorloofd zijn kelder van het uitgeperste druivensap te voorzien, versch brood te bakken en alles te gebruiken, wat men nuttigt in de abdij waaronder hij behoort.

Wie tot hoogen trap van heiligheid wil klimmen, wordt kluizenaar. Wel vindt men de grotten die deze asceten tot woning verstrekken op de bekoorlijkste plekjes, in de nabijheid van ruischende watervallen en in het dichte, schaduwrijke woud, maar zij zijn verstoken van het genot, hetwelk tuin en gaarde, keuken en kelder nog opleveren voor den anachoreet. Onderscheidene kluizen, om eene gemeenschappelijke kerk gelegen, vormen eene gemeente. De voornaamste kluizenaarsdorpen zijn Kerasia, Kapsokalyvia (de warme hutten) en Hagia Anna (de heilige Anna) die op de steile helling van den Athoskegel zijn gesticht en tot het klooster Laura behooren.

In de 20 kloosters bevinden zich ongeveer 2000 monniken, maar de helft van dit aantal houdt in de vier grootste - Ywiron (zie foto), Laura, Vatopaedi en Heroposamos - zijn verblijf. De berg Athos met zijn kloosters heeft een bewogen geschiedenis gehad, te lang om hier te vermelden.

Geruimen tijd was de berg Athos in de middeleeuwen de zetel der Grieksche wetenschap. De boekerijen der kloosters werden in die dagen voorzien van hoogst merkwaardige handschriften die er ook nu nog een kostbaren schat uitmaken. Vooral heeft men er handschriften van Bijbelboeken en van de werken der Kerkvaders en meermalen hebben letterkundigen uit het Westen zich de reis derwaarts en 't verblijf in de kloosters getroost om hunne weetgierigheid te bevredigen. Ook vindt men er merkwaardige schilderijen in Christelijk-Byzantijnschen stijl, vooral in de kloosters Hagia Laura en Vatipaedi. Die kunstgewrochten zijn zeer oud en worden aan Michael Panselinos toegeschreven.

Sedert de maand Februari 1882 zijn de kloosters op den berg Athos door middel van telegraafdraden met Salonika verbonden.
Thans is er meermalen spraak geweest het onafhankelijk staatje in te lijven. Daar echter de vredesonderhandelingen nog weinig gevorderd zijn, is het moeilijk iets positiefs omtrent de kwestie mede te deelen.


(1) Mogelijk moest hier 'bevindt' o.i.d. staan
(2) 'negenhonderd' is ook een mogelijkheid

Bron: Pros Robaer