Woord vooraf

Een blog over de Agion Oros (Athos), de Tuin van de Moeder Gods, het spirituele centrum van het oosters-orthodoxe christendom.
En dus ook over kloosters, pelgrimeren en ikonen. (Tekst in geel bevat een link)
Wilt u op de hoogte blijven van nieuwe blogs? Abonneer u onderaan deze pagina.

zaterdag 28 juni 2014

361- BEZOEK AAN DRIE ATHOSKLOOSTERS


Onlangs zag mr. Jaques Jetten een lang gekoesterde wens in vervulling gaan: een bezoek aan de Heilige Berg Athos. Daags na thuiskomst publiceerde hij daarover de volgende, eerste, impressie: 
Een unieke ervaring rijker stapte ik vorige week van de veerboot in Ouranoupolis, die ons van Athos weer op Griekse bodem zette. Athos is een monnikenrepubliek in het noordoosten van Griekenland, gelegen op een streng afgesloten bergachtig schiereiland. Het gebied is 335,637 km² groot wordt officieel Heilige Berg genoemd. De berg Athos is 2030 m hoog en in de winter bedekt met sneeuw. Als Autonome Monastieke Staat van de Heilige Berg heeft Athos een zelfstandige status binnen Griekenland. Er wordt alleen rechtstreeks verantwoording afgelegd aan de patriarch van Konstantinopel (Istanboel). Alle bezoekers moeten beschikken over een speciaal vierdaags visum, dat via het Athos Consulaat in Thessaloniki kan worden aangevraagd en als diamonitirion voor 30 euro moet worden afgehaald in het Athosbureau in Ouranoupolis. Per dag worden 10 niet-orthodoxe bezoekers en ongeveer 100 orthodoxe pelgrims toegelaten. Vrouwen zijn absoluut taboe, die zijn al meer dan 1000 jaar niet welkom op Athos. De enige vrouw op Athos is de Heilige Maagd.

Wij hebben het visum een halfjaar geleden aangevraagd en als motief voor onze komst cultureel-wetenschappelijk onderzoek opgegeven. Ons gezelschap bestond uit een landschapsachitect, een architect, een filosoof-theoloog en zelf ging ik als historicus. Wij waren zo gelukkig om in drie kloosters als gast te mogen overnachten: Agiou Pavlou (Heilige Paulus), Dionysiou en Simonos Pétras. Het was nog een hele toer om dat te regelen, maar het logies was gratis. Er bevinden zich op Athos 20 kloosters en talloze kluizenaarsbehuizingen, sketes genoemd die soms steil tegen de berg zijn opgericht. Er zijn ongeveer 1800 monniken, die de dag doorbrengen in urenlange kerkdiensten en in arbeid, zoals werken op het land, schilderen van ikonen, onderhoud van de kloostergebouwen en studie van de kerkvaders.




Er is slechts één weg op Athos waarop gemotoriseerd verkeer mogelijk is, de rest gaat via smalle voetpaden die langs het dichtbegroeide gebergte slingeren en die soms moeilijk begaanbaar zijn. Een veerdienst legt dagelijks aan bij de meeste kloosters, daarna volgt vaak een lange klim omhoog. Aangekomen word je in het gastenverblijf verwelkomd met water, tsipouro (een soort ouzo) en loukoumi (Turks fruit). Soms is er ook Griekse koffie (met onderin drap). Na inschrijving krijg je een bed aangewezen in een van de gastenkamers. Er wordt van je verwacht dat je kerkdiensten bijwoont en ook mag je in openbare gedeelten van de kloosters rondlopen. Om zes uur ’s avonds gaan de poorten dicht en komt er niemand meer binnen. Na de kerkdienst word je naar de refter begeleid, waar je een plaats krijgt aangewezen. De monniken zitten apart. Na het gebed wordt een tekst in het Grieks voorgelezen en intussen krijg je ongeveer 7 tot 8 minuten de tijd om (snel) te eten. Meestal bestaat dat uit een maaltijdsoep of een soort pap, brood en vruchten. Op zondag is er ook wijn bij en eens per week vis. Omdat de monniken vastentijd hebben, krijgen we geen ontbijt. Gelukkig hebben we in de rugzak voldoende voedzame producten zoals rozijnen, sultana’s en pinda’s meegenomen om niet uitgehongerd te raken.

Rond acht uur word je geacht te gaan slapen, want om half vier in de ochtend begint een monnik op een houten plank te slaan om iedereen te wekken voor de eredienst. Dit wordt tot vier uur nog enkele malen herhaald en ook de klokken worden geluid. Op enkele kaarsen na is het pikdonker in de kerk en de monniken flitsen spookachtig langs je heen en kussen de ikonen alsof het een geliefde betrof. Er wordt hartstochtelijk gebeden en gezongen. Tussendoor gaat een priester kwistig met het luid rinkelende wierooksvat langs en komt een monnik met een kaars langs om degenen die in slaap zijn gevallen, te wekken. Drie uur staan of zitten is op dat tijdstip vaak een te zware opgave.

Wij hebben onze ogen de kost gegeven, gesprekken met monniken en bezoekers gevoerd en de onderzoeksvragen die wij ons gesteld hadden, beantwoord. Athos bevindt zich op een keerpunt. Voor monniken die zich volledig aan God willen toewijden, is deze stille berg de ideale plaats voor eenzaamheid en ascese. Maar wij zien hier ook Griekse bouwvakkers. De Berg Athos staat op de werelderfgoedlijst van de UNESCO en krijgt subsidie van de EU. In de meeste kloosters worden nu herstel- en restauratiewerkzaamheden uitgevoerd en dat is voor de crisistijd in Griekenland heel opmerkelijk. Zonnepanelen mogen de middeleeuwse daken ontsieren, mobiele telefonie en internet de gesloten gemeenschap ontsluiten, maar deze ontwikkeling biedt vooral kansen om de kloosters voor de komende tijd in stand te houden. Ja, heel bijzonder!

Bron: Nieuwsblad Nuth & Omstreken 55(2014), nr 25 (25 juni 2014), p 10
Foto's: Vasílis